
Spreekwoorden: (1914)
Van zijn stokje vallen,d.w.z. flauw vallen; eig. gezegd van een vogel in een kooi of een hok; fri. fen 'e prikke, fen 't stokje falle; vgl. Harreb. II, 308; Nkr. VIII, 28 Maart p. 7: Toen viel ze van haar stokje, en toen ze weer bijkwam zat ze in de wachtkamer; Zandstr. 78: Van de week ben ik hier i...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Van zijn stokje vallen,d.w.z. flauw vallen; eig. gezegd van een vogel in een kooi of een hok; fri. fen 'e prikke, fen 't stokje falle; vgl. Harreb. II, 308; Nkr. VIII, 28 Maart p. 7: Toen viel ze van haar stokje, en toen ze weer bijkwam zat ze in de wachtkamer; Zandstr. 78: Van de week ben ik hier i...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.